fbpx

Bij narcolepsie is het slaap-waakpatroon verstoord. Promovenda Astrid van der Heide ontdekte dat aan de hand van veranderingen in de huidtemperatuur te voorspellen is of een narcolepsiepatiënt in slaap gaat vallen. Medicijnen, en wellicht kledingkeuze en technische innovaties, kunnen het slaapritme normaliseren. Van der Heide promoveerde op 24 mei in Leiden.

De promovenda onderzocht verschillende aspecten van de aandoening narcolepsie. Mensen met deze aandoening komen ’s nachts moeilijk in slaap, terwijl ze overdag vaak slaperig zijn. Kenmerkend voor narcolepsie type 1, de klassieke vorm van deze ziekte, zijn de aanvallen van spierslapte die worden uitgelokt door sterke emoties, ook bekend als kataplexie. Mensen met narcolepsie kunnen bijvoorbeeld door de benen op de grond zakken wanneer ze uitbundig moeten lachen om een grap.

Lichaamstemperatuur

Bekend is dat de lichaamstemperatuur een belangrijke rol speelt bij de balans tussen slapen en waken. Wakkere mensen hebben een relatief lage huidtemperatuur en een relatief hoge inwendige temperatuur, vertelt Van der Heide. Zij bekeek de temperatuurwisselingen bij narcolepsiepatiënten en gezonde mensen en ontdekte dat de mensen die aan narcolepsie lijden ’s nachts een lagere huidtemperatuur hebben en een hogere inwendige temperatuur dan gezonde mensen. Dit is een temperatuursverdeling die meer past bij wakker zijn. Interessant genoeg is dit ’s ochtends juist omgekeerd, wat weer meer past bij slapen. “Dat zou een verklaring kunnen zijn waarom de slaap bij narcolepsie gestoord is.”

Van der Heide ontdekte ook dat voorafgaand aan een slaapaanval overdag de huidtemperatuur van narcolepsiepatiënten duidelijk toeneemt. “We zagen dat gebruik van het narcolepsiemedicijn natriumoxybaat de temperatuurregulatie weer gedeeltelijk normaliseert. Je zou daarnaast kunnen denken aan kledingadviezen gericht op het verlagen van de huidtemperatuur of bijvoorbeeld een gekoeld stuur, om slaperigheid overdag tegen te gaan.”

Auto-immuunziekte

Van narcolepsie wordt al lange tijd vermoed dat het een auto-immuunziekte is. Bij een auto-immuunziekte richt het afweersysteem zich tegen het eigen lichaam. Bij narcolepsie is een specifiek type zenuwcellen aangedaan, de zogenaamde hypocretine-neuronen, vertelt Van der Heide. “Er is nog geen sluitend bewijs gevonden dat narcolepsie een auto-immuunziekte is, omdat er bij narcolepsiepatiënten bijvoorbeeld nooit antistoffen tegen deze zenuwcellen zijn gevonden.”

Van der Heide hoopte antistoffen te vinden bij patiënten bij wie de diagnose nog maar net is gesteld, aangezien deze antistoffen in een later stadium waarschijnlijk uit het bloed verdwijnen. Maar ook bij deze nieuwe patiënten lukte het niet deze antistoffen aan te tonen. “Dat bewijst niet dat narcolepsie geen auto-immuunziekte is. Het kan ook dat het afweersysteem de zenuwen rechtstreeks aanvalt, zonder tussenkomst van antistoffen. Het is dus nog onbeslist.”

Astrid van der Heide promoveerde bij prof. dr. J.G. van Dijk en dr. G.J. Lammers (copromotor) op het proefschrift Unravelling narcolepsy – From pathophysiology to measuring treatment effects.